Blog - Bacterievlekken
Bacteriën zijn er altijd en overal, maar veroorzaken geen bacterievlekken. Te veel bacteriën geven wel bacterievlekken. Een aantasting van bacterievlekken op champignons wordt veroorzaakt door optimale omstandigheden waarin bacteriën kunnen groeien.
Hoe voorkom je bacterievlekken? Door de omstandigheden waarin bacteriën snel kunnen groeien te voorkomen. In deze blog zal ik enkele punten aangeven hoe.
Optimale omstandigheden
Vochtige, warme omstandigheden zijn optimaal voor bacteriegroei. Alleen zien we bacterievlekken niet direct op het moment dat deze omstandigheden er zijn, maar ze vormen zich dan al wel. Je ziet ze pas later in tijdens of zelfs na het oogsten.
Stoom- of koudwaterbevochtiging
Zie je in de eerste vlucht de bacterievlekken dicht bij de klimaatunit, dan is de kans groot dat het aan de luchtbevochtiging ligt. Droge koude lucht wordt door stoom of koudwaterbevochtiging bevochtigd, maar niet alle druppels worden in de lucht opgenomen. Dit is vooral dicht bij de klimaat-unit, waar de lucht de cel in wordt geblazen het geval. De niet opgenomen druppels vallen op de oppervlakte van de dekaarde. Dat is ook waar de knopvorming plaatsvindt. De knoppen blijven te lang nat, waardoor bacterievlekken ontstaan. Je kunt dit probleem voorkomen door de vloer nat te maken, waardoor de cel wordt bevochtigd, of door een hoger vochtgehalte van de ingeblazen lucht, zonder te bevochtigen.
Te droge dekaarde
Je zult denken, een droge dekaarde geeft een droger klimaat. Dit is juist niet het geval.
Als de dekaarde uitgedroogd is, neemt die slecht water op. Na het watergeven, blijft de oppervlakte van de langer nat, waardoor bacterievlekken ontstaan. Door de dekaarde ‘zachter’, te houden, door niet te veel en draderig mycelium te laten groeien en minder caccing te gebruiken, neemt de dekaarde tijdens het watergeven sneller water op en is het probleem van bacterie vlekken minder snel aanwezig.
Te lang nat
Na de eerste vlucht wordt er water gegeven, om voldoende water in de dekaarde te hebben voor de latere vlucht. Na de eerste vlucht wordt tussen de 6 en 16 l/m2 gegeven. Dit is helemaal afhankelijk van de omstandigheden waarin je teelt. Maar wat wel altijd geldt, is dat de dag na het watergeven, (ongeveer 12 – 16 uur later) de oppervlakte van de dekaarde weer droog moet zijn. Dit controleer je door je hand op de dekaarde te leggen en als je hem weer ervan af haalt, mogen er geen “vrije” water druppels op je hand achter blijven. Als dit wel zo is, dan is de oppervlakte te lang nat en is de kans groot op bacterievlekken. Door R.V. na het water geven tot wel 80% te laten zakken, totdat de dekaarde oppervlak droog is, wordt de kans op bacterievlekken aanzienlijk verlaagd.
Mark den Ouden | Champignonblog | 6 december 2019